Grijsverloopfilters heb je in verschillende merken. Uiteraard hebben ze één ding gemeen, ze houden (een deel) van het licht tegen. Gaat het bij grijsverloopfilters om het overbruggen van het grote contrast tussen de lucht en het landschap, bij grijsfilters gaat het om het verkrijgen van langere sluitertijden. Met een getal wordt de mate van filtering aangegeven. Helaas hanteren de merken nogal eens verschillende waarden, waarmee het effect niet altijd duidelijk is. Tijd voor een overzichtje.

De mate van filtering wordt uitgedrukt in stops. Met iedere stop wordt een factor 2 aan licht tegen gehouden. In geval van een grijsfilter betekent dat een verdubbeling van de belichtingstijd. Verschillende merken vermelden gewoon het aantal stops op hun verpakking. Ideaal, want dan bestaat er geen enkel misverstand over het effect. Anders wordt het met waarden als 0,3 en 1014…

Eén stop wordt bij sommige merken aangegeven met 0.3. 0.6 = dus 2-stops, 0.9 = 3-stops enzovoorts. Het getal geeft de mate van lichtabsorptie aan. 0.3 absorptie betekent een halvering aan licht. Logisch? Niet te lang over nadenken… Lee gebruikt deze vermelding.

ND8, ND16 etc. Met iedere stop hou je een factor 2 aan licht tegen. Een 3-stops-filter levert 2x2x2 = 8 op, ND8 dus. Een 10-stops-filter resulteert in 2x2x2x2x2x2x2x2x2x2 = 1024… De waardes blijven delen door 2 dus, totdat je bij 2 uitkomt. Het aantal maal dat je hebt moeten delen door 2 is het aantal stops dat aan licht tegengehouden wordt. Om het gemakkelijk te houden wordt 1024 ook nogal eens afgekort tot ND1000. Benro, B+W, Cokin, Hoya en Nisi zijn enkele merken die deze vermelding gebruiken.

Geef een antwoord

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *

Post comment